Het is september, begin van het academisch jaar, de nieuwe studenten komen. Deze week –en de komende weken- heb ik het druk met mijn andere baan, en dat betekent dat ik niet echt de concentratie heb om goed aan kunst te werken. Meer dan een beetje knutselen om aan de gang te blijven zit er nu niet in… Wel jammer, in de jaren toen ik nog niet met studenten werkte was september vaak een maand voor buiten zijn en kamperen. Nu wordt het mooi buiten...

Ik heb wat zitten schetsen aan de hand van oude foto's  voor kunstenaarsmodellen. Wel makkelijk, al zijn ze dit keer wat slordig. Ook hier is concentratie voor nodig.

  

Iedere keer als ik dit soort tekenwerk doe, denk ik dat ik dat toch eigenlijk veel meer zou moeten doen. Elke dag een uurtje tekenen zou toch wel nuttig zijn. Alleen weet ik niet goed wat ik met die tekeningen aanmoet. Ik hang ze eigenlijk nooit op of zo, het zijn geen eindproducten maar vingeroefeningen. En als ik echt tijd en puf heb om aan de slag te gaan dan vind ik het eigenlijk zonde om niet aan ‘serieuze’ eindproducten te werken. 

Nu, met alle aandacht voor school, is dat minder zonde. Schilderen wil toch niet echt lukken. Ik heb wel wat gedaan, een van al lang in mijn gedachten zwervende stadsgezichten van Sittard. 

De Begijnhofwal. Ik ben er nog niet tevreden mee, ik zou dit eigenlijk met frissere, fellere kleuren willen doen. Misschien dat ik er de komende week nog eens overheen ga, of opnieuw begin. Want hoewel dit niet heeft wat ik wilde, heeft het schilderij wel een zekere somberheid die ook wel weer klopt eigenlijk. Aan de muur is dit trouwens een doekje met twee gezichten: overdag ziet het er min of meer uit zoals hier op de foto. 's Avonds, in kunstlucht wordt het ineens een heel grauw en modderig schilderij. Ah, de wonderen van het spectrum...