kunstboekhouding
Ik schreef het al eens eerder in dit blog. Ooit eens, toen ik een echt atelier had, viel het me tegen hoeveel tijd ik daadwerkelijk met kunst maken bezig was, vergeleken met alle andere klussen. Ik zat, samen met een tiental andere kunstenaars in een oude melkfabriek van de Campina, in Sittard. Naast me in dat gebouw zat Ron Speetjens, een helaas veel te vroeg overleden kunstenaar. Zijn werk met teer en veertjes van toen zou nu een hit zijn voor bankiers, politici en übermanagers denk ik… Maar goed, we hadden ateliers naast elkaar, met een tussendeur die open kon, en dat werd al snel heel gezellig.
Liters koffie, worstenbroodjes uit de emailleeroven, en af en toe een klein flesje jenever. Verbazend hoe gemakkelijk je een dag in het atelier om kreeg zonder ook maar een klap uit te voeren. Om die reden begon ik toch maar een atelierboek bij te houden. We hadden zelfs nog een oude prikklok in de verlaten fabriek gevonden, en hebben dagen zitten knutselen om dat ding weer op gang te krijgen, zonder succes helaas. Had me wel wat geleken; in- en uitklokkende kunstenaar. Maar het was dus een schrift. Binnen: zo laat. Atelier opruimen: zolang. Werken aan montuur betonnen beeld: zo lang. Koffie met Ron en Mart, zo lang, en zo maar door. Het eindresultaat was dat ik een vrij scherp beeld kreeg over hoeveel uur ik in het atelier was, en hoeveel uur ik daadwerkelijk bezig was met kunst bedrijven. En dat viel me gigantisch tegen; toen kwam ik vrij gemakkelijk op 1/3e kunst bedrijven, en 2/3e andere klussen. Veel meer dan de helft van de tijd echt kunst maken werd het nooit.
Tegenwoordig hou ik mijn werktijden niet meer op die manier bij (ergens wel jammer). Maar ik geloof wel dat ik het nu iets beter voor elkaar heb. Omdat ik wat meer geld heb kan ik spullen kopen die ik vroeger zelf zou maken, en ik kan voorraad inslaan zodat ik niet voor elke scheet op pad moet. Ik kan me nu ook permitteren om te kopen op de plek waar ik dat het snelste kan doen in plaats van op de goedkoopste plek. En tenslotte helpt het wel dat ik niet meer zoveel mogelijk wil exposeren. Maar af en toe moet ik toch weer eens een dag of paar dagen uittrekken voor al die klusjes die wel bij kunst horen, maar geen kunst zijn. Schilderijen van naam, werknummer en datum voorzien, grafiek sorteren, binnengekomen lijsten controleren en experimenteren met dingen in die lijsten, foto’s afwerken voor gebruik.
Dit is zo’n week geworden. Het levert ook wel weer nieuwe dingen op, zoals een mogelijk idee dat ik bij een volgende ‘Salon’ zou willen laten zien (een combinatie van foto’s, schilderijen en lino’s). Maar al met al geeft het toch vooral een gevoel van niets zinnigs gedaan te hebben, moet ik bekennen. Frustrerend, ook al hoort het erbij.