vrolijk verder
Het vijfde doek van de nachtelijke viaducten is er; ben ik klaar?
Geen idee. Ik heb ze nu hier thuis op een rijtje hangen, het natriumlicht is misschien wat veel van het goede, zelfs als het klopt. En nacht is niet alleen stikdonker, het is ook het vallen van de avond. Deze week reed ik bij zonsondergang over de rondweg, en ik zag een beeld dat ook wel zou werken als schilderij. Lage zonj op kale bomen en de metalen voetgangersbrug, die als enige in het schemerdonker oplichtte. Wel mooi, maar ik had helaas geen tijd, zelfs niet voor een snelle stop en een foto. Uit het hoofd lukt denk ik niet, ik moet dat beeld nog eens bekijken en dan proberen dat licht uit mijn geheugen te halen. Of nog eens zo’n zonsondergang tegenkomen natuurlijk.
En dan is er een ander schilderijtje ontstaan; ‘zomaar’.
Huh? Waar gaat dit nu weer over? Is het een beeld uit een film? Een illustratie? Wat gebeurd er daar? Geen idee, maar misschien wil ik hier nog wel wat meer van.
Wat me tijdens dat laatste schilderij trouwens weer eens opviel was de balanceer act. Bij dit soort van realistischer werk hang ik de hele tijd tussen twee werelden in. Ergens, in een eerder stadium, was er een veel globalere, ruwere vorm, met dingen meer gesuggereerd dan daadwerkelijk geschilderd, met minder ’volume’ in de zittende figuur, en minder realistische kleuren, en eigenlijk helemaal geen gezicht. Dat was ook mooi, misschien wel beter dan dit. En op een zeker moment stonden er ook ogen en neusgaten in het gezicht en waren er vingertjes, maar dat was weer teveel. Zoekend naar een balans tussen figuratieve aanduiding en realisme.
En ik moet onthouden dat ik ook op deze maat, in olieverf en met ferme penselen, toch betrekkelijk fijn en nauwkeurig kan werken. Dat verbaast me elke keer weer.