Camera mee...
Ik ben momenteel veel met foto’s in de weer. Veel, dat betekent in dit geval dat ik -vrijwel altijd- als ik de deur uitga een camera bij me heb. En als ik niet gericht de deur uitga voor boodschappen of zo, dan gaat er meestal een hele cameratas met meerdere lenzen mee. Het is mijn bedoeling om elke dag wat lichaamsbeweging te krijgen in de vorm van een uurtje wandelen of een half uurtje fietsen, en zo krijgt mijn camera ook heel wat frisse lucht.
Nu zijn er op fotografiefora op internet heel wat kreten die te pas en te onpas voorbij komen. ‘De beste camera is de camera die je bij je hebt’ en ‘camera’s die in een fototas zitten hebben de neiging in die fototas te blijven’. Ook zijn er heel wat blogs rondom ‘dagelijks een foto’, en ‘1000 foto’s’. Het zijn allemaal clichés, maar met een goeie reden; als je leuke of mooie foto’s wilt maken, dan moet je om te beginnen foto’s maken. Hoe meer hoe beter.
Momenteel heb ik het concentratievermogen van een fruitvlieg met adhd, en als ik koffie zet vergeet ik na de eerste keer water opschenken waar ik mee bezig was. Dat is lastig bij tekenen en schilderen, dat toch wel enig concentratievermogen vereist, en liefst gedurende langere tijd. Foto’s maken is wat dat aangaat iets meer korte baan werk. Een foto maken kost ergens tussen de 10 seconden (als je de camera al in de hand hebt) en 2 minuten (als je van de fiets moet stappen en de camera uit een fietstas moet vissen en er ook nog een andere lens op moet zetten). Dat red zelfs ik nog wel zonder het spoor bijster te raken. En naderhand is het afwerken per foto ook geen uren werk (maar wel meer dan je misschien zou denken).
Omdat ik een man van vaste gewoonten ben -Mycroft has his rails and he runs on them- heb ik een aantal vaste routes die ik doorgaans wandel of fiets. Via stadspark langs de Geleenbeek tot aan de rand van Geleen en terug door de velden (wandelen), of achter de Lahrhof langs tot in Duitsland en dan via de rechte weg weer terug (fiets). Vaste routes betekent dat dezelfde onderwerpen en uitzichten blijven terugkomen, en zo kom ik nogal eens thuis met foto’s van eenzelfde boom of heuvel als een maand geleden. Voorheen twijfelde ik nog wel eens, heb ik dat al? Maar ondertussen hoef ik niet meer te twijfelen en kan ik gerust zijn; ja hoor, dit heb ik al eerder gefotografeerd. Elke boeiende boom, elk brugje, elke hobbel in het landschap is al bekeken.
Zo langzaam aan begin je alle onderwerpen op de route wel te kennen. Op gegeven moment weet je welke kant je op moet kijken voor een eventuele foto. Alleen heb je die al. En dat is waar de volgende stap begint; verdieping. Hier begint de uitdaging om er toch nog eens wat anders van te maken, om het reeds bekende op een nieuwe manier te zien en te laten zien.
Gelukkig hebben we seizoenen met meer of minder bladeren, en de lucht wil ook nog wel eens een ander beeld opleveren. Nu loop ik wel eens ergen heen omdat ik al weet waar ik de foto wil maken, gewoon om te kijken hoe het er vandaag met dit weer uitziet. En telkens dezelfde dingen fotograferen daagt ook uit om eens wat te experimenteren met fototechniek. Oude fototechnieken als doordrukken en tegenhouden bieden nog steeds verrassende mogelijkheden. Maar ook de digitale opties bieden geheel nieuwe perspectieven (soms letterlijk).
Voorbeelden dan maar? Een niet eens volledige reeks van een stenen stuw –om de een of andere reden bekend als ‘de stenen sluis’- in de Geleenbeek. Het ding ligt op de plek waar ik meestal het stadspark inwandel. Ooit deel van een 15 eeuws verdedigingswerk, kreeg zijn huidige vorm in 1779, en recent nog eens grondig opgeknapt.
Ik hoop dat er deze winter wat sneeuw valt, die heb ik nog niet…