Meer oude Meester werk
Het doekje van vorige week is ver droog, maar nog niet helemaal. Geduld dus. En omdat ik toch wat meer wil oefenen rond dit soort werk heb ik er nog maar opgezet; stilleven met pijpen.
Ik vrees dat ik een beetje overmoedig ben geworden van het succes van vorige week; deze is toch wel een hoop ingewikkelder. Het was dan ook een heel gevecht om er wat van te maken. Ik ben er alweer ruim anderhalve dag mee bezig, en ik vermoed dat ik er vandaag ook nog wel wat aan zal doen.
Zoek de 19 (?) verschillen… Links de versie rond de middag, rechts hetzelfde doek, maar dan 6 uur later. EN ik vrees dat ik zo nog wel een paar uur kwijt kan. Het grootste twijfelen nu is het tabaksblikje links achter de asbak; misschien kan ik dat beter weglaten. En hetzelfde twijfelen geldt voor de stopper in de asbak. Als ik die twee dingen weghaal wordt het doekje een stuk overzichtelijker, maar nu is het een beeld uit mijn leven, en dan is het alleen nog een stilleven voor een schilderij…
Omdat ik het grisaille deze keer lichter wilde houden moest ik in een beperktere range aan grijstonen alles zichtbaar krijgen. Dat viel al niet mee. En ik realiseer me ook nu ineens dat ik echt zwart nodig ga hebben (in de mondstukken van de pijpen). Zwart is een moeizame kleur om goed in te passen, het heeft de neiging een gat in het schilderij te vormen. En de hoge lichten moeten ook echt wit moeten worden, en niet de –vreemde- kleur van de onderschildering. Daar moet dus nog eens echt wit overheen, en dan wordt het spannend hoe ik de overgangen maak.
Die vreemde kleur is een strategische keuze. Het uiteindelijke doek wordt een verhaal in bruinen, rood-bruinen en messing kleuren, en dit vage blauw-groen is de complementaire kleur daarvan. In theorie zou een glacis van roodbruin over deze grondkleur een soort van schaduwkleur moeten opleveren. Op die manier zouden de houten delen in elk geval een mooi soort diepte moeten krijgen.
De verschillen? Onderandere: