Het lijkt erop dat ik deze vakantie weinig gedaan heb, met eigenlijk maar 4 schilderijtjes. En toch ben ik vrij veel met schilderen bezig geweest. Ondertussen zijn de eerste twee stillevens af;

    

Links asbak met pijpen, rechts het uiltje met schedel. Ik ben niet echt tevreden met de asbak, te rommelig, en ik merk dan ook dat ik niet echt zin en concentratie kan opbrengen om daar nog veel aan te doen. Het uiltje is een stuk beter geworden, daar zit ik nu thuis soms even naar te kijken met zoiets van “He, kan ik dat ook?”.

Ik ben er dan ook na die eerste twee nog eens mee verder gegaan. Ik zet regelmatig Pu’erh thee op de Gong Fu manier, en heb daar dus ook de nodige spullen voor in huis. Zit daar misschien iets in?

    

Dit zijn twee grisailles. De linker maakte ik als eerste, en eigenlijk vind ik die in bruin al zo leuk dat ik het zonde vond om daar met glaceerlagen overheen te gaan. Dus heb ik een tweede doekje opgezet, niet helemaal gelijk, maar nu kan ik in elk geval kiezen. Ik denk dat ik de komende weken verder ga met glaceerlagen in kleur over het rechter doekje. Deze manier van werken is wel leuk; vergeleken met de landschappen is dit in feite redelijk simpel werk. Er verandert niets in wat er voor me ligt, geen overvliegende wolken of veranderend licht, en ik kan ook prima verder werken aan de hand van foto’s. Omdat je de problemen één voor één aanpakt –eerst de lijnen, dan het licht donker, en dan de kleur- wordt elke stap in feite een tamelijk overzichtelijke en rechtlijnige klus met minder denkwerk en beslissingen nemen.

Het een en ander zet me wel aan tot weer eens veel lezen over technieken –Doerner en Langlais komen weer eens uit de kast- en op internet kijken naar wat andere fijn- en stillevenschilders doen. Drie appels op rond bordje. Drie appels op rechthoekig bordje. Drie appels in kommetje. Uhm... Ja, zo ga ik de winter wel doorkomen ja.