Kloteklus
Deze week –en de komende twee weken- ben ik vooral voor mijn andere werk bezig, met school. De start van het schooljaar is veel regelwerk en veel zaken goed voorbereiden. Gedoe met readers, instructies maken en dergelijke. Mijn hoofd staat even niet naar schilderen, maar naar wat nauwkeuriger werk. En die stemming heb ik maar even ingezet om ook zo’n klusje voor kunst af te werken: de schilderijenboekhouding bijwerken.
Uiteraard is dat weer de doekjes aan de achterkant van opschriften voorzien, maar het was dit keer nog heel wat meer werk. Ik heb ooit 4 kisten getimmerd waar in elk zo’n 25 schilderijen van 18x24 cm passen. Het idee was een beetje dat die kisten zeg maar mijn top 100 aan schilderijen ging bevatten. Voor exposities zou ik telkens alleen maar even die kisten hoeven doorbladeren en werk te selecteren. Toen ik die kisten maakte leek het om te beginnen nog eindeloos ver weg voor ze überhaupt vol zouden raken, en als ze eenmaal vol waren was het gewoon een kwestie van telkens de slechtste eruit halen om plaats te maken voor beter werk. Die slechtere konden dan weg, of overgeschilderd worden, of op z’n minst afgespannen worden zodat ze minder plaats in beslag namen en ik de spieramen opnieuw kon gebruiken. Met een reeks van 100 goeie schilderijen mag je als schilder toch zeker wel tevreden zijn. Dat was een jaar of 6 en een kleine 500 schilderijen geleden…
Ondertussen zijn die 4 kisten vol, zijn er altijd nog zo’n 40 schilderijen bij Galerie Achter de Beek, heb ik in de berging iets van 50 doeken ingelijst en wel klaarstaan voor expositie, heb ik een enorme stapel afgespannen doekjes, en nog staan overal torentjes met schilderijen. Weggooien of overschilderen doe ik al heel lang niet meer; hoe slecht ook, elk schilderij heeft een plaats, een belang in mijn werk. Het is een beetje als met geschiedenis; wie zijn geschiedenis niet kent, is gedoemd hem te herhalen. Voor schilders geldt: wie zijn slechte werk vergeet… En dus moet ik geregeld doekjes afspannen om die torentjes van schilderijen kwijt te raken. En met de huidige stapels schilderen her en der was het weer eens tijd voor precies dat.
Altijd al vervelend werk; per doekjes 20 nietjes lospeuteren zonder het doek te beschadigen is gepruts. Maar zwaarder dan dat weegt dat het afspannen van een doekje ook telkens de bevestiging van een falen is. Of tenminste, dat was zo toen ik de slechte doekjes uitzocht om af te spannen. Vandaag merkte ik dat het nog vervelender is om goeie doekjes af te spannen. Geen falen, het zijn gewoon de weeskinderen in mijn werk; doekjes die –misschien nog- nergens bij horen, die op zichzelf staan, of die overlappen met ander werk. Ik heb 4 schilderijen van Schotland; ga ik die ooit ergens exposeren? Ik denk het niet. En wat moet ik met dat ene enkele fruit stilleven?
Nu is doekjes afspannen niet het einde, ik kan ze ook weer opspannen en gebruiken voor expositie, maar de drempel wordt toch wel wat hoger. Misschien, als er in de toekomst meer werk komt waar ze bij horen… Zaak om de fotoboeken met mijn werk goed bij te houden: wat is waar.
Een hele dag schilderijenboekhouding bijwerken dus.