Fotoclub-foto's
(zoals altijd zijn de uiteindelijke foto's later te zien op mijn Tumblr pagina's)
Ha, eindelijk! Gisteren viel de sneeuw waar ik weken geleden op zat te hopen (en waar ik al sedert vorige winter zonder sneeuw over denk). Verkeerde dag, geen tijd, toch even eropuit.
Het resultaat valt tegen; ik ben thuisgekomen met anderhalf uur fotoclub-foto’s.
Miljaar!
Ho, wacht even, heb ik wat tegen fotoclubs? Zijn fotoclubfoto’s niet goed? Ik ben van mijn 7e tot mijn 32ste lid van fotoclubs geweest, of begeleider van fotoclubs geweest, en soms allebei tegelijk. Ik heb er goeie vrienden aan over gehouden, ik heb fantastische herinneringen aan avonden en fototochten (H door het ijs gezakt en tot zijn middel in de vijver, maar wel even de foto maken die dat jaar zijn kerstkaart werd voordat hij hulp wilde hebben), en ik heb een lade vol schitterende foto’s die ik zonder fotoclub nooit gehad zou hebben. Niks mis met fotoclubs.
Als je wilt leren fotograferen kun je op een cursus gaan. Daar leer je op welk knopje te drukken en aan welk wieltje te draaien. En als je beter wilt leren fotograferen, dan is een fotoclub de weg; samen met anderen praten over foto’s, soms samen met anderen op fototocht. Je praat over foto’s van jezelf en van anderen. Je leert over wat er wel of niet op een foto staat (moest die auto daarachter erbij, kon je niet even wachten?). Je leert over compositie (zit die wolk daar wel goed?). Je leert er naar de randen van je foto’s kijken (wat doet die halve boom daar?). Je leert dat een foto scherp moet zijn, of niet (maar dat er in elk geval een duidelijke keuze moet zijn, en een reden die geen smoesje is). Kortom, je leert een hele hoop dingen veel beter doen als je met enige regelmaat je foto’s op een fotoclub met anderen bespreekt. Perfectie is misschien wat veel gezegd, maar toch; je leert op z’n minst naar perfecte foto’s toewerken.
Dus wat is er mis als ik met anderhalf uur aan foto’s die naar perfectie toewerken thuiskom?
Plichtmatigheid. Automatisme. En als alles zou lukken (nooit!): lege perfectie.
Om een fotoclub goed te laten draaien is het nodig dat mensen met foto’s komen. En dus gaan de meer actieve leden erop uit of de studio in om foto’s te maken. Donderdagavond moet er wat zijn om te bespreken. Ik heb geen idee, geen zin, geen tijd, maar donderdagavond moeten er foto’s zijn. En omdat die foto’s in detail besproken worden zorg ik er wel voor dat alles wat ik goed kan krijgen ook goed is. En zo worden foto’s gemaakt waar alles aan klopt, behalve het gevoel. Iets ontbreekt er aan de foto’s. De verrassing van het zien, het gevoel, iets dat de fotograaf bewogen heeft.
Op een fotoclub komen een hoop goeie foto's voorbij. Maar meestal zijn er ook veel fotoclub-foto's. Omdat je nu eenmaal wat moet maken om wat te kunnen bespreken. En dat is wat er gisteren bij mij is misgegaan.
Het vorig jaar, toen ik net begonnen was met landschapsfoto’s, geen sneeuw. Ik heb een heel jaar nagedacht over de foto’s die ik zou willen maken als er sneeuw lag. En gisteren lag er sneeuw, maar ik had geen tijd. Ik kon alleen tussen 10 en 12 uur even eropuit. Terwijl het nog sneeuwde. Klinkt wel leuk voor foto’s, echt verse sneeuw en zo, maar de werkelijkheid is wat minder. Vallende sneeuw komt doorgaans als vage onscherpe lichte vlekken en vegen op een foto. En de wereld is een grijs en contrastloos oord, het licht heeft geen richting. Kortom, de sneeuw was er, maar het kwam allemaal even niet zo lekker uit. Ik had erover gedacht, ik had geen tijd, maar er moest wat komen...
Ik heb me, op een paar uitzonderingen na, te weinig verwonderd. Ik heb iets van 20 foto’s gemaakt, ik heb ze nog niet allemaal bestudeerd, maar tot nu toe heb ik één, misschien twee goeie foto’s gevonden, en de rest is dus fotoclub-foto’s.
Even voor de goede orde: 20 foto’s is in dit geval 150 bestanden, maar elke foto bestaat sedert een week of twee uit setjes van drie bestanden. 50 foto’s dus. En hier en daar heb ik ook wel twee of drie keer zo’n setje gemaakt van één onderwerp, omdat ik twijfelde over hoe het in beeld moest komen. Misschien 20 verschillende foto’s. En van wat ik tot nu toe gezien heb, twee redelijke foto’s. De rest is plichtmatig zo goed mogelijk…
Ps: Al snel nadat ik het bovenstaande op het blog had gezet kreeg ik een mailtje van Jan-Paul van Spaendonck, schrijver van onder andere het Rookzanger-blog. En hij had het antwoord op een vraag waar ik net over zat te piekeren: als ik niet tevreden ben met de foto’s, waarom dan hier er aandacht aan besteden, en waarom zet ik ze dan wel op Tumblr?
Zijn reactie op het blog was, vrij vertaald: Omdat mijn onvrede niet zozeer over de foto’s zelf gaat, als wel over dat wat zich rond de foto’s in mijn hoofd afspeelt. Met de foto’s zelf is misschien niet eens zo heel veel mis, maar er is iets mis met de manier waarop ze tot stand kwamen, ik weet dat, en ik denk het ook in de foto’s te zien. Maar ik besef ook dat dit niet voor anderen hoeft te gelden. Soms kun je best dingen laten zien/horen/voelen, ook als je er zelf niet helemaal gelukkig mee bent. En dat weet ik ook…