De afgelopen week heb ik eens redelijk volgens plan gewerkt. Dat lukt maar zelden, en ook nu lukte het vooral omdat het plan bestond uit een aantal keren kleine stukjes werken, rondjes van een minuut of 20.  Geen grote, lange hooggeconcentreerde kunstsessies meer.

Ik had eens een paar penseeltekeningen uitgezocht van bekende Meesters, en ben naar die voorbeelden gaan werken. De voorbeelden:

  

‘Six Gentlemen’ van Ni Zan, en ‘Descending Geese’ van Unkoku Togan.

Beiden zijn voorbeelden van de Xieyi stijl, al vormen ze twee uitersten van die stijl (misschien ook eens proberen een blogje over die verschillende stijlen in penseeltekenen te schrijven). Kern van de Xieyi-stijl is in elk geval dat het niet nauwkeurig mogelijk naar de werkelijkheid getekend is, maar dat het een idee, een gedachte is die getekend wordt. Als ik het goed heb betekent Xieyi zoiets als ‘gedachte-schrijven’ of 'gedachte-schilderen'. Van beiden heb ik een iets bijgewerkte afdruk gemaakt (vergeling weg, verwering van eeuwen een beetje weggewerkt), en daarna een fragment op min of meer ware grote afgedrukt zodat ik dat naast mijn tekenwerk kon leggen. En toen er op los…

‘Six Gentlemen’ van Ni Zan (1301-1374), 66x33 cm (fragment van ongeveer 20x30 gebruikt).

Ok, volgens de tekst op de tekening –die ik niet kan lezen, ik schrijf anderen na- is dit ding ’s avonds tijdens een bezoek aan een vriend bij lamplicht getekend. Ni Zan moet een leuke gast om te ontvangen zijn geweest; komt binnen, grijpt pen en papier, en is vervolgens een paar uur zoet. Dit is geen snelle impressie, dat is wel duidelijk. Op deze manier blaadjes tekenen kan vast sneller dan ik het doe, maar met deze tekening is iemand altijd nog een paar uur of een hele dag koest. In zekere zin is deze tekening wel gemakkelijker dan de andere tekening die ik gekozen had, je hebt meer houvast. Maar een detail is misschien toch niet de manier om hieraan te werken, ik zou toch een afdruk op min of meer ware grote moeten maken en dan de hele tekening maken. Op die manier leer ik ook aan de hele compositie werken. Daar ben ik dan wel veel tijd mee kwijt als ik me niet langer dan rondjes van 20 minuten kan concentreren. Technisch lijken hier niet zo’n heel grote problemen in te zitten. Alleen mijn motoriek; om met een penseelpunt zulke fijne lijntjes te trekken… Oefenen dus, en omdat het zo helder is ook wel leuk om te doen. Maar de andere tekening lokte ook.

 

‘Descending Geese’ van Unkoku Togan (1547-1618), 25x31 cm (in zijn geheel gebruikt)

Dit is in feite wel snel werk, maar een stuk moeilijker. De losse vlekken die het landschap op de achtergrond vormen vereisen een goeie beheersing van dikte van de inkt, verdunning van de inkt en vullen van het penseel. Deze vlekkerige manier van werken wordt in Japan Hatsuboku en Haboku genoemd; ‘gespatte inkt’ en ‘gebroken inkt’. Ik moet nog uitvinden of dit in China ook zijn eigen woorden heeft (later: gevonden, P'o Mo is de Chinese term voor gespatrte inkt). Het is in elk geval iets dat me fascineert, maar dat ik ook razend moeilijk vind om te doen. Het vergt op tijd stoppen en lang genoeg wachten voor je kun beoordelen of het wat is geworden, en ik ben niet zo geduldig.

Ik merk dat ik een aantal pogingen nodig heb om erin te komen, en dit is ook niet iets om precies na te doen, ik probeer meer 'in de geest van' dan letterlijk te werken; zwarte ganzen, wat lichtere, zeer vrije bomen op de achtergrond, en daarachter iets dat zowel een wolk als een berg kan zijn (ik ken de twijfel vanuit Noorwegen; is dat daar een extra doinkere wolk, of zit daar een berg achter?).

De dag erna besluit ik om het probleem te scheiden; eerst een aantal keren ganzen tekenen, zonder achtergrond, en later op de dag een aantal achtergronden zonder ganzen. Morgen kan ik dan de achtergronden of ganzen aan de vandaag gemaakte tekeningen toevoegen. Dus:

Ganzen:

Teveel ganzen, maar goed. De dag erna achtergronden erbij:

 

De eerder getekende achtergronden waren zo aardig geworden dat ik ze niet meer van ganzen wilde voorzien. Ze zetten me aan tot een volgende tekening; zes heren (!) in de sneeuw. Dat is een onderwerp naar aanleiding van kamperen met vrienden, lang geleden.

   

Ik heb er zelfs nog een grote versie gedaan. Maar ik teken nog te letterlijk, en te centraal, hier zou ik nog een tijdje op verder moeten gaan. Het wit moet belangrijker worden (heren in de SNEEUW), en de plaats van heren en bomen op de achtergrond moet anders. Misschien is het wel tijd om mijn westers, realistische perspectief wat los te laten; nu staan en zitten de heren voor de achtergrond, misschien moeten ze eronder zijn, los van de achtergrond, in het witte veld. De grote tekening heeft overigens wel al een beetje de lichtheid die ik zoek. En ineens bevalt het westers papier van de grote tekening een stuk minder, het maakt dat de tekening 'hard' oogt. We leren wel bij...

Komende week helaas minder kunst bedrijven; re-integratie, psychiater en pijprokers gaan even wat meer beslag op mijn tijd leggen.