Ha, eindelijk ook weer eens echt zitten werken. Paddenstoelen, wat anders.

En omdat ik niet nog eens een stuwmeer van achterstallig opplakwerk wil hebben, heb ik besloten voorlopig wat minder te selecteren. Na het tekenen moet een tekening wel een paar dagen drogen, maar voorlopig wil ik daarna alles wat ik niet meteen weggooi verder afwerken; opplakken en zegelen, en weggooien kan dan later altijd nog. Tot nu toe wilde ik eerst nog een tijdje tegen werk aankijken op het prikbord, en dan opbergen, later nog eens kijken, weer opbergen, en zo kon ik dan langzaam mijn mening vormen. Maar nu heb ik dus meteen de 5 die niet overduidelijk mislukt waren opgeplakt en afgewerkt. Drie stuks hebben het zelfs al tot recent werk weten te schoppen.

     

  

Ik zit nog wat te twijfelen over de huidige oogst. Ze hebben een losheid, een soort van ‘terloopsheid’ die ik eigenlijk echt graag wil zien in dit soort tekeningen. Maar tegelijk zien ze er daardoor uit alsof het zomaar wat krabbeltjes zijn. Zo nodigen misschien niet genoeg uit tot doorkijken, ze dwingen wat weinig tot echt erin verdiepen. En dat doorkijken is wel nodig. Ik probeer de tekeningen wat voller, wat drukker te maken, en dat vergt in feite ook wat meer inzet bij het bekijken.

Het fotograferen van dit soort werk blijkt uiteindelijk al even moeilijk als voorheen het fotograferen van gewone schilderijen. Ik zoek met zorg papier uit, met een tint, en met een bepaalde karakteristiek van inkt opnemen. Maar in foto’s eindigt dat in wat grijze, vergeelde prentjes. En de camera en fotosoftware willen dat wel corrigeren -in feite moet ik vooral moete doen om dat af te remmen-, maar wat dan overblijft mist alle subtiliteit van de oorspronkelijke tekening.