blik vanuit een roeibootje dat zich uit de voeten maakt…
Verder met tekenen. Voor hele dagen normaal doorwerken is de tafel en een tafelezel toch handiger, dus die zijn ook weer van stal gehaald. Nu is de nieuwe kast vooral voor de lange twijfelperiodes waarin ik andere dingen doe en af en toe even iets aan een tekening wil veranderen.
Deze week heb ik om te beginnen nog even wat afgewerkt aan een tekening van de vorige week. Zoek de 10 verschillen…
En daarna ben ik voor het eerst aan een schoener uit het hoofd begonnen, een tekening waar ik geen exacte foto van heb. Voor de wind zeilend, vanuit een laag standpunt van voren gezien. Ik stel mezelf in een klein roeibootje voor, terwijl een schip als de Westward op me af komt zeilen. Lichte wind, alle wasgoed aan de lijn. De enorme giek wijd uitstaand, de proto-spinnaker uitgezet aan loef en de stagzeilen amper wind vangend en traag slaand op wind en deining.
Foto’s bekijken, op internet lezend en schetsend begin ik langzaam wat greep te krijgen op hoe zo’n schip gezeild werd, en hoe dingen werkten. Niet alle zeilen vangen vol de wind, maar onder het motto ‘baat het niet dan schaad het niet’ werd elke vierkante meter doek uitgezet. Inzichten zijn wel wat veranderd.
Dit is eigenlijk waarvoor ik nu de grote tekeningen zit te maken; het is echt iets bestuderen. Pas als ik echt snap hoe zo’n schip gevaren werd kan ik het ding tekenen zoals ik wil, en eventueel schilderen. En met de eindeloos gebogen lijnen van romp en zeilen is het zonder foto of model moeilijk om perspectivische veranderingen uit het hoofd te doen; vaak is het gewoon een kwestie van proberen en kijken hoe het uitvalt. Lijntje hier? Nee, lijntje daar? Nee. Lijntje bijna maar net niet helemaal ertussenin? Zou kunnen… Lijntje daar proberen? Nee, terug. En zo maar door.
De nieuwe tekening van deze week heeft veel tijd gekost, zowel om te tekenen als om tussen het tekenen door te bekijken en te overdenken. Dit keer heb ik in elk geval mijn best gedaan om niet in een beginstadium al wat zware lijnen neer te zetten waar ik later last van heb. Heel voorzichtig beginnen, de dunste lijntjes die ik kan maken, en dan stapje voor stapje verder. Al vallen er uiteraard toch weer een paar lijntjes meteen al te zwaar uit. Maar het is beter dan de vorige tekeningen.
Er zijn altijd dingen die door mijn goede voornemens heen fietsen. De bedoeling van deze tekeningen is de vormen van schip en zeilen in de vingers te krijgen. Maar ik beheers de houtskool nog niet zoals ik wil, en dan begin ik ineens meer op techniek te letten dan op wat ik teken. De eigenlijk techniek voor houtskool is snel en grof, met ferme lijnen en krachtige arceringen. Alleen is dat niet wat ik nu wil, ik wil wat subtielers, en dat kost aandacht die me afleidt van het tekenen van een schip. Hoe maak ik een beter grijsvlak? Hoe kan ik vlakken variëren? Hoe moet ik arceren? En ergens wil ik ook mooie tekeningen maken. Dat is eigenlijk niet de bedoeling van wat ik nu doe, maar toch; als je een aantal dagen aan een tekening werkt, dan wil je aan het eind van de rit eigenlijk ook wel wat overhouden dat je aan de muur zou willen hangen. In het geval van deze tekening is er –achteraf gezien- een punt waarop ik dan had moeten stoppen. De tweede tekening hierboven, met slechts een paar zeilen en wat delen van de romp in licht grijs gevormd, en de rest enkel in ijle lijnen geschetst levert wel een boeiend beeld op. Geen lucht, geen zee, eigenlijk alleen een paar zeilen. Het past wel bij het beeld dat ik in gedachten heb, de wolk van zeilen...
Maar ook nu ben ik toch verder gegaan.
Lucht en golven, en alle zeilen verder uitwerken. Ik heb daarvan veel geleerd heb over flapperende zeilen en hangende schoten. Maar het eindresultaat is daardoor weer teveel een saaie uitgewerkte tekening, niet echt boeiend (behalve voor de liefhebber van dit soort schepen misschien). Maar dit keer was ik me in elk geval bewust van het feit dat ik een stop-punt had, en dat is al heel wat. Onthouden voor als ik persé iets leuks wil overhouden…
Er is nog veel te doen. Waar hangt de bemanning eigenlijk uit, en wat zijn hun taken en de daarvoor kenmerkende houdingen? Wat steekt er aan dekopbouw boven de romp uit? Niet veel in elk geval, de schepen waren nagenoeg vlakdekkers, maar er moet toch wat op dat dek te zien zijn. En water tekenen is een eeuwige uitdaging. Als ik de rust en het geduld heb kan ik hier nog wel even mee voort. En anders maak ik gewoon een paar lekkere tekeningen…