echte bootjes tekenen
Sorry voor het gat, maar ik ben een rondje echte bootjes wezen tekenen. De majestueuze gaffelschoeners uit de 19e eeuw zijn in deze contreien wel uitgestorven, en de binnenvaart-schoeners op het IJsselmeer vind ik niet echt elegant, maar we hebben natuurlijk toch onze eigen zeilgeschiedenis.
In 1974 hadden mijn ouders een zeilboot, en werd er grootscheeps door Nederland gezworven. Bovenstaande foto was in Spakenburg. Daar was nog een oude scheepswerf, al leek die op dat moment meer op een autosloop. En al begonnen her en der mensen net de lol van die oude schepen te herontdekken, de meeste botters waren in die tijd toch wegrottende wrakken in slootjes en kreken. Nu, een dikke 40 jaar later, is de ‘bruine vloot’ weer behoorlijk tot leven gewekt. Oude vissershavens rond het IJsselmeer liggen weer vol botters, schokkers, boeiers, bollen en noem maar op. Tijd om daar eens wat sfeer op te snuiven. En dus heb ik mijn motor volgehangen en ben ik op pad gegaan. Kamperen in de buurt van Spakenburg, Elburg en andere oude vissersplaatsen, en een tas vol tekenspullen mee.
Spakenburg zag er nu meer uit als een oude vissershaven uit dan 40 jaar geleden. Een haven vol klassiek hout, maar dat had ook met de havendagen te maken. En ik kon naar hartenlust tekenen.
Ik ben zelfs kort met een botter mee geweest om even wat foto’s te maken van botters onder zeil.
Het tekenen viel overigens niet mee. Om te beginnen was het me veel te warm (we hebben wat meteo-records laten sneuvelen deze eerste helft van september). Ik had ook wat moeite om mijn draai te vinden; waarmee ging ik staan schetsen? Potlood? Nee. Pen? Nee. Conté potlood? Nee. Uiteindelijk viel het muntje met een zwart aquarelpotlood. Dat is een medium dat me altijd wel lag, een handzame mengeling van de precisie van tekenen en de grote vlakken van schilderen. In feite voelt het bijna aan als foetelen, zo gemakkelijk vind ik het werken daarmee.
Met potlood; te rommelig, teveel ineens, geen heldere keuzes, de moed zonk me in de schoenen.
En die vormen! Scheef, te bol, krom, en met pen werd het zo mogelijk nog erger
Dag na dag, tekening na tekening, gewoon stug doorgaan. Langzaam begon het beter te gaan, vooral toen ik eenmaal voor het aquarelpotlood had gekozen.
En zo groeit zo’n tekening. Eerst gewoon tekenen als met een potlood, waarbij je zelfs wat beperkt kunt gummen.
Dan de tekening steeds zwaarder opzetten, nog steeds in potlood stijl, al lijkt het dan meer op conté.
En tenslotte met een nat penseel eroverheen gaan, en ineens ontstaan mooie levendige vlakken en fraaie grijzen.
Al met al was het een leerzame reis. Er zijn een paar aardige schetsen uit gekomen, en ik heb een bak foto’s waar ik de komende tijd ook mee verder kan. Op zich helpen die niet rechtstreeks bij de schepen die ik eigenlijk wil tekenen, maar ik krijg op deze manier weer wat meer gevoel voor schepen en water. Eens kijken wat dit de komende tijd gaat opleveren.
Een andere les was wat minder geslaagd; ik blijk mijn kampeer- en zwerversknobbel een beetje kwijt te zijn. Nog nooit eerder gehad, maar nu zat ik ’s morgens voor mijn tentje, en wilde dat ik ‘thuis en in mijn bedde waar”. Hmm, dat is minder leuk, kamperen is de enige manier waarop ik me dit soort reisjes kan veroorloven. Maar misschien heb ik ook wel gewoon minder reisjes nodig.